voordat
Uiterlijk
- voor·dat
- samenstelling van voor bw en dat vn , als onderschikkend voegwoord voor het eerst aangetroffen in 1524 [1][2]
voordat
- onderschikkend: voor, aleer, eerder in tijd dan
- ▸ Nog voordat ik mijn pakken en overhemden ging uithangen in de kleerkast in de achterkamer, voerde ik het ritueel uit waarmee ik het bureau als mijn territorium markeerde.[3]
- Voordat hij het doorhad, ging het al mis.
- Je mag geen auto rijden voordat je achttien bent.
- ▸ Voordat ik weer in slaap viel kreeg ik de gedachte aan zeven verschrompelde lijken in gesmolten slaapzakken niet uit mijn hoofd.[4]
- ▸ Nog voordat ik mijn pakken en overhemden ging uithangen in de kleerkast in de achterkamer, voerde ik het ritueel uit waarmee ik het bureau als mijn territorium markeerde.[3]
- Men moet geen oude schoenen wegwerpen voordat men nieuwe heeft.
je moet niet iets al afdanken zonder dat er een vervanger voor is
- Het woord voordat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voordat" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ voordat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "voordat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 18
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Voegwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %