verschrikken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verschrikken    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·schrik·ken

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van schrikken met het voorvoegsel ver-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verschrikken	verschrikte	verschrikt
zwak -t	volledig

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verschrikken	verschrok	verschrokken
klasse 3	volledig

Werkwoord

verschrikken

1. overgankelijk schrik aanjagen

   ▸ Twee jongens sprongen verschrikt de hut in, een hoop commotie veroorzakend.

Verwante begrippen

• angst aanjagen, terroriseren, verontrusten

Afgeleide begrippen

• verschrikkelijk, verschrikker, verschrikking

Vertalingen

    1.   

Engels: alarm (en), frighten (en), terrify (en)

Spaans: alarmar (es), asustar (es), aterrorizar (es), espantar (es), inquietar (es), sobresaltar (es)

Gangbaarheid

• Het woord verschrikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verschrikken" herkend door:

88 %	van de Nederlanders;
87 %	van de Vlamingen.