Naar inhoud springen

temerig

Uit WikiWoordenboek
  • te·me·rig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen temerig temeriger temerigst
verbogen temerige temerigere temerigste
partitief temerigs temerigers -

temerig [2]

  1. op een zeurende, zanikende, klagende wijze
     Hij zette Klaver weg als een arrogant joch en omdat- ie het er zelf naar gemaakt had, de GroenLinks-leider, moesten we Asscher gelijk geven. Elke seconde dat Klaver over tafel met die hand bleef zwaaien, vergezeld van een temerig 'meneer Asscher, meneer Asscher', elke seconde die dat langer duurde maakte hem meer een dreinend ventje.[3]
     „Als een beetje nasaal en krakerig. Ook wel een beetje temerig. Soms denk ik wel eens: Joh, schiet toch eens wat op.”[4]
39 % van de Nederlanders;
33 % van de Vlamingen.[5]
  1. temerig op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron “Wilders, de grote witte olifant” (26-02-2017), Tubantia
  4. Bronlink Weblink bron
    Ben Tramper
    “Uitgesproken Nederlander” (13-06-2008), Reformatorisch Dagblad
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
pFad - Phonifier reborn

Pfad - The Proxy pFad of © 2024 Garber Painting. All rights reserved.

Note: This service is not intended for secure transactions such as banking, social media, email, or purchasing. Use at your own risk. We assume no liability whatsoever for broken pages.


Alternative Proxies:

Alternative Proxy

pFad Proxy

pFad v3 Proxy

pFad v4 Proxy