laden
Vertalingen
laden
beladen, aufladen, beauftragen, belasten, ladenload, burden, chargechargercargaraddossare, aggravio, caricareيَشْحَنُnaložitlæsseφορτώνωlastatatovariti荷を積む싣다lastezaładowaćcarregar, cargaгрузитьlastaบรรทุกสินค้าyüklemekbốc hàng lên装载 (ˈladə(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd laadde , voltooid deelwoord heeft geladen
1. (met spullen) vullen voor vervoer een vrachtwagen laden met fruit
2. (software) in je computersysteem brengen Het programma is geladen, maar het wil niet opstarten.
3. (een voorwerp) van iets voorzien waardoor het werkt een kanon laden met kogels
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.